Op heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State een uitspraak gedaan over een zaak waar ik voor mijn werkgever, de gemeente Steenwijkerland, aan heb gewerkt. Het betrof een bestemmingsplan voor de realisering van een nieuw, derde voetbalveld voor de voetbalvereniging van het dorp Sint Jansklooster. Het voetbalveld was nodig omdat de voetbalvereniging de afgelopen jaren is gegroeid en naar verwachting nog verder zal groeien. Volgens de KNBVB-regels is er voor een vereniging van deze grootte dan een extra voetbalveld nodig.
Tegen de vaststelling van dit bestemmingsplan was door enkele omwonenden en een naburige agrarier beroep aangetekend. Zij vreesden dat de komst van het derde sportveld zou leiden tot teveel geluidsoverlast. Zij hadden daartoe een geluidsonderzoek laten uitvoeren.
De uitspraak is naar mijn idee een klassieker als het gaat om milieuzonering. Voor het realiseren van nieuwe, mogelijk hinder opleverende voorzieningen als voetbalvelden ten opzichte van woningen zijn door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) richtlijnen opgesteld voor de (miilieu)zonering. Deze milieuzoneringsrichtlijnen worden door de meeste gemeenten gebruik gemaakt bij het maken van nieuwe bestemmingsplannen. Voor voetbalvelden geldt volgens deze richtlijnen ten opzichte van woningen een minimale afstand van 50 meter.
Bij dit sportveld werd ruim aan deze afstandeis voldaan. In aanvulling daarop was er door de gemeente nog een aanvullend geluidsonderzoek gedaan waaruit (ook) bleek dat ruim aan de geldende geluidsnormering werd voldaan. Ten opzichte van de huidige geluidsbelasting afkomstige van het voetbalveld veranderde er eigenlijk ook niet zo veel.
De uitspraak van de Raad van State was dan ook vrij duidelijk: de beroepen werden ongegrond verklaard. Opvalllend was nog wel dat de Raad van State ook uitgebreid inging op de spelregels voor uitbreiding van voetbalvelden. Opvallend ook, hoewel daar ook al eerdere uitspraken zijn geweest, dat de Raad van State in de uitspraak heeft aangegeven dat de dieren op grond van de milieuwetgeving geen geluidsbescherming genieten. Maar bij de ruimtelijke beoordeling moeten de geluidsgevolgen voor dieren toch wel worden meegewogen. Ook daar was in dit geval onderzoek naar gedaan waaruit bleek dat de geluidbelasting voor de dieren van de agrarier niet hoger zou zijn dan voor mensen toelaatbaar is. Volgens de Raad van State is er geen aanleiding om strengere geluidswaarden aan te houden. Zie bijgaande link voor deze uitspraak.
uitspraak Raad van State voetbalveld Sint Jansklooster
Gepubliceerd door Eelco Fijma in uitspraken · 14 april 2014